woensdag 22 april 2009

CONCEPT | Pt. 2

Doel: Kinderen op een speelse manier hun identiteit doormiddel van hun kundigheid laten ontdekken.

Koppeling aan het thema: Kundigheid is een belangrijk deel van de identiteit bij deze doelgroep (denk aan hobby’s, beroepsperspectieven etc.) Het doel is dat kinderen hun kundigheid erkennen en deze benutten.

De kundigheden die behandeld zullen worden berusten op de intelligentietheorie van de psycholoog Howard Gardner (zie research).Kinderen hechten veel waarde aan kundigheden/intelligenties.

Dit sluit aan op het thema ‘identiteit’ omdat de doelgroep zo bezig gaat met kundigheden (en dus een deel van hun identiteit). Ze kunnen zo kundigheden ontdekken die eerder niet naar voren kwamen, of hun bestaande kundigheden uitdiepen en verder ontwikkelen. Dit is mogelijk doordat er een persoonlijke keuze is in activiteiten, waardoor er ruimte is voor nieuwe bevindingen, en ook voor trial & error. Zo wordt er geleerd hoe eigen keuzes de ontwikkeling van de identiteit kunnen beinvloeden.

Vorm: De intelligenties van Gardner zullen allemaal apart behandeld worden (dit zijn er 8, terug te vinden in de research). Per uitgave van het magazine worden deze 8 intellegenties allemaal behandeld. Je hebt dus per magazine 8 verschillende thema's/intelligenties. 

Per thema/intelligentie staan de disciplines van die uitgave van het magazine vast. Dit is omdat de doelgroep zo min of meer gedwongen wordt om ook buiten hun vaste interessegebied te kijken. Als er oneindig veel opties zijn zal het kind misschien voor iets vertrouwds kiezen, en niet echt onontdekte intelligenties gaan ontplooiien. Dit wordt in deze methode dus wel gedaan, omdat zo het kind geconfronteerd wordt met het onbekende. 

Voor de pilot hebben we gekozen voor de lichamelijk-kinesthetische intelligentie, met als uitgangspunt sport.

We hebben hiervoor gekozen omdat dan de fysieke interactie tot het uiterste getest kan worden.

Elke intelligentie is onderverdeel in een aantal disciplines, zoals bijvoorbeeld voetbal of turnen bij sport. Hier kan oneindig op gevarieerd worden dus blijft het een groeiend medium waarbij er oneindige mogelijkheden zijn voor nieuwe variaties. Deze variaties kunnen bijvoorbeeld bestaan uit nieuwe sporten, activiteiten en uitdagingen. Dit biedt ook de mogelijkheid om de zwaarte van de spellen en uitdagingen aan te passen op veranderingen binnen de doelgroep.

De disciplines zijn ieder ook weer onderverdeeld in verschillende stadia.

Stadium 1

Formaat: 20x30 (magazineformaat)

Doel: prikkelen van de interesse

Vorm: Speels en uitdagend, in de huisstijl van het magazine, verleidelijk maar nog niet te druk, soort van reclame voor het volgende stadium.

Inhoud: korte impressie van het volgende stadium   

Stadium 2

Formaat: 40x60 (spelbordformaat)

Doel: -informeren over de uitdaging, toelichting, uitleg over een sport o.i.d

-Bij sommige uitdagingen kan dit formaat gebruikt worden als interactief         medium (bijvoorbeeld bij schaken, schilderen, tekenen, puzzelen etc.) Het is dus afhankelijk van de uitdaging of er gebruik wordt gemaakt van stadium 2 of 3. Bij het tweede stadium kan het dus zo zijn dat er zowel uitleg als een uitdaging aanwezig is.

Vorm: Overzichtelijk en informatief, in de huisstijl, met als interactief element dat er toelichtingsfilmpjes kunnen worden aangezet en worden bekeken

Inhoud: Afhankelijk van het discipline kan het zowel een informatieve pagina zijn met filmpjes die hulp kunnen verschaffen bij de uitdaging, als de uitdaging zelf (dit is dus bij uitdagingen waarbij de fysieke actie makkelijker te bereiken is op spelbordformaat)

Stadium 3

Formaat: 80x120 (Speelmatformaat)

Doel: De uitdaging, fysieke interactie met het medium

Vorm: Grote mat met holografische pop-ups (deze pop-ups zijn enkel aanwezig bij de uitdagingen die daar gebruik van maken), deze mat reageert op beweging (zie research).

Inhoud: De uitdaging die bij de discipline hoort

Het materiaal van het uitvouwbare magazine is e-paper. Dit omdat het makkelijk vervoerbaar is, het is handzaam en vernieuwend. Ook heeft het nog een duidelijke connectie met het papieren magazine (door de dikte en de ervaring), en dit is het punt waaruit wij gestart zijn met het concept (de fysieke ervaring van een papieren tijdschrift). De keuze is bij e-paper gebleven omdat de fysieke kundigheden ook getest kunnen worden met dit medium. Dit is anders dan een website, omdat je daar geen fysieke interactie beleefd. Wij vinden het toch belangrijk om ook de fysieke talenten en intelligenties van kinderen te erkennen, in plaats van alleen de mentale.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten