Intelligentie is volgens de psycholoog Howard Gardner de bekwaamheid om problemen op te lossen of om iets bestaands aan te passen aan veranderende omstandigheden. (Dit zou eventueel ook te benoemen zijn als 'talenten' - maar Gardner noemt het 'intelligenties')
Gardner maakt onderscheid in 8 hoofdintelligenties
- Verbaal-linguistisch: makkelijk met taal, in spraak en schrift
- Logisch-mathematisch: makkelijk met logische verbanden, wiskunde, cijfers etc.
- Visueel-ruimtelijk: goed ruimtelijk inzicht, creatief, kunstzinnig
- Muzikaal-ritmisch: gevoel voor ritme, muzikaliteit
- Lichamelijk-kinesthetisch: goede motoriek, affiniteit met het fysiek bezig zijn met iets, aanleg voor sporten
- Intrapersoonlijk: nadenkers, bezinners, goed in zelfreflectie, filosofen
- Interpersoonlijk: assertief, goede leiderskwaliteiten, werkt goed in groepen
- Natuurgericht: affiniteit met de natuur, goed in verzamelen, observeren, analyseren
Zoals je kan lezen hebben deze 'intelligenties' niet alleen te maken met wat een persoon kan, maar ook vooral met wat hij/zij wil en waar hij/zij affiniteit mee heeft. Interesses en verlangens spelen dus ook een rol in deze theorie. Ik heb de beschrijvingen een beetje korter gehouden, omdat anders het blog zo lang wordt, maar dit zijn natuurlijk niet de enige kenmerken van deze intelligenties, alleen wel de meest opvallende.Een persoon kan alle intelligenties bezitten en benutten (dit worden vaak wonderkinderen genoemd) of er bijvoorbeeld maar één bezitten en daar helemaal op gefocust zijn (wat je vaak ziet bij autistische kinderen). De theorie gaat er echter vanuit dat de meeste mensen er 2 of meer bezitten en die zijn ook te herkennen.
Howard Gardner (1993)
Frames of Mind. The Theory of Multiple Intelligences.
Fontana Press, London.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten